Hoewel er veel soorten koraal zijn, is er maar één die wordt gebruikt bij het maken van sieraden: kostbaar koraal (wetenschappelijk bekend als Corallium rubrum ). Ze lijken qua vorm op kleine bladloze struiken en groeien tot een hoogte van ongeveer een meter. Het harde skelet van de takken is van nature mat, maar kan gepolijst worden voor een glanzende afwerking. Het vertoont een scala aan kleuren, van lichtroze tot dieprood, waardoor deze kleuren de naam 'koraal' krijgen.

Vanwege de intense en permanente kleuring en glans worden waardevolle koraalskeletten al sinds de oudheid geoogst voor decoratief gebruik. Koraalsieraden zijn gevonden in oud-Egyptische en prehistorische Europese begrafenissen, en waren vooral populair tijdens de Victoriaanse tijd.

Deze koralen groeien op de rotsachtige zeebodem, meestal in donkere omgevingen (spleten of grotten) en worden vaak aangetroffen in de Middellandse Zee. Er zijn verschillende locaties over de hele wereld die beroemd zijn vanwege het oogsten van koraal. Deze omvatten de 'Coral Riviera' van Alghero op Sardinië; de Atlantische locaties nabij de Straat van Gibraltar, op de Kaapverdische eilanden en voor de kust van Zuid-Portugal. Er zijn ook locaties in de Stille Oceaan, met name in de buurt van Japan en Taiwan.

De Romeinen geloofden dat koraal kinderen tegen schade kon beschermen en ziekten kon diagnosticeren door van kleur te veranderen. In de hindoeïstische astrologie wordt rood koraal geassocieerd met de planeet Mars of Graha-Mangala en wordt het gebruikt om Mars te behagen.